De spijsvertering
De mond
De vertering start in de mond op het moment dat je start met kauwen. Er gebeurt dan al een heleboel. Je tanden en vooral kiezen vermalen de voeding, waardoor het verderop in de spijsvertering makkelijker verteerd kan worden. Bovendien bevat je speeksel een enzym dat amylase heet. Dit enzym start alvast met het afbreken van koolhydraten. Je maag krijg een seintje dat het maagzuur moet gaan aanmaken en je hersenen een seintje wanneer je bent verzadigd. Het is dus belangrijk dat je eten lang genoeg in je mond blijft en dat er goed op gekauwd wordt.
De vertering start in de mond op het moment dat je start met kauwen. Er gebeurt dan al een heleboel. Je tanden en vooral kiezen vermalen de voeding, waardoor het verderop in de spijsvertering makkelijker verteerd kan worden. Bovendien bevat je speeksel een enzym dat amylase heet. Dit enzym start alvast met het afbreken van koolhydraten. Je maag krijg een seintje dat het maagzuur moet gaan aanmaken en je hersenen een seintje wanneer je bent verzadigd. Het is dus belangrijk dat je eten lang genoeg in je mond blijft en dat er goed op gekauwd wordt.
De maag
Via je slokdarm zakt de voedselbrei naar je maag. Wanneer je goed hebt gekauwd heeft je maag een seintje gekregen dat het maagzuur aan moet maken. In de maag wordt de voedselbrei verder verteerd en worden voornamelijk de eiwitten afgebroken tot kleinere stukjes; de aminozuren.
De eiwitten die we via onze voeding binnen krijgen zijn lichaamsvreemd voor ons. Daarom worden ze afgebroken tot 24 verschillende aminozuren met allemaal hun eigen functie. Deze worden weer opgebouwd tot eiwitten, bijvoorbeeld enzymen of peptide hormonen. Voorbeelden hiervan zijn insuline of het schildklierhormoon. Een aantal aminozuren zijn essentieel, dat betekent dat ons lichaam ze niet zelf kan aanmaken.
Belangrijk voor de vertering van eiwitten is dat je over voldoende maagzuur beschikt én dat de voedselbrei lang genoeg in de maag blijft zitten om de enzymen zijn werk te laten doen. Ook hier komt de samenstelling van de maaltijden weer om de hoek kijken. Voldoende vetten zorgen er namelijk voor dat de maaglediging langer duurt. Hierdoor krijgen enzymen langer de tijd om in te werken op de voedselbrei.
De dunne darm
In de volgende stap beland de voedselbrei in de dunne darm, waar het wordt vermengd met spijsverteringssappen uit de alvleesklier. In deze sappen zitten spijsverteringsenzymen die alle macronutriënten verder afbreken. De opbouw van deze enzymen is afhankelijk van de beschikbare aminozuren, vitaminen en mineralen.
In de dunne darm worden de voedingsstoffen opgenomen en getransporteerd via de bloedbaan naar alle plaatsen waar dit nodig is.
Maar, wanneer je onvoldoende hebt gekauwd komen er te grote stukjes voedsel in de darm terecht. De spijsverteringsenzymen verteren alleen het buitenste laagje van deze grote stukken. Dat betekent dat alleen van dat deel de voedingsstoffen opgenomen worden. De rest poep je ongebruikt weer uit. Dus ook wanneer je heel gezond eet, kun je op deze manier een tekort aan voedingsmiddelen binnen krijgen!
De darmbarrière
Een ander belangrijk aspect van de darm, is de darmbarrière. Dit is de laag cellen die zit tussen de darm en de bloedbaan. Deze heeft als taak virussen en bacteriën te weren uit de bloedbaan. Tussen de darmcellen zitten daarom een soort schuifdeuren die de “tight junctions” worden genoemd.
Wanneer er een vertrouwd stofje langskomt gaan de schuifdeuren open en mag de stof de bloedbaan in. Door chronische stress, ontstekingsstoffen en vrije radicalen gaan die deurtjes een beetje open staan. Daardoor krijgen pathogenen (virussen en bacteriën) de kans om in de bloedbaan te belanden. Het lichaam reageert daarop en het immuunsysteem gaat aan.
Tijdelijk is dit helemaal geen probleem. Maar chronisch is een ander verhaal. Wanneer er sprake is van chronische stress, gebeurt dit dus continu, met laaggradige ontstekingen tot gevolg. Deze ontstekingen ontstaan doordat het immuunsysteem dan continue actief is, maar dat wil je dus niet. Dit kost heel veel energie en dat maakt je dus moe! Bovendien kunnen deze ontstekingsstoffen ook in de hersenen terecht komen en leiden tot allerlei klachten zoals depressiviteit.
De dikke darm
Dit is de laatste fase. Er wordt vocht onttrokken aan de voedselbrei en de darmbacteriën voeden zich met o.a. de vezels uit deze brei. Dit laatste stukje schuift door naar de endeldarm en verlaat het lichaam als je ontlasting.
Hoe je ontlasting eruit ziet, zegt veel over jouw spijsvertering. Bij deze pagina zit een kaart: de ‘Bristol stoelgangkaart’. Daar zie je verschillende type ontlasting.
Hoe ziet jouw ontlasting eruit? Kijk je weleens achterom na het poepen? Wel doen hoor! Je ontlasting vertelt je namelijk veel over je spijsvertering!
Zitten er bijvoorbeeld nog onverteerde voedselresten in? En wat is de structuur van je ontlasting?
Gezonde ontlasting ziet eruit als een (redelijk) gladde dikke sigaar (type 3 of 4). Hieronder zie je de Bristol stoolcard, daarop staan de verschillende soorten ontlasting weergegeven. Hoe ziet jouw ontlasting eruit?
Pingback: Module 3 - Gezond & Gelukkig